Zonder openbaring is de mens een onwetend wezen. De openbaring redt de mens van deze onwetendheid en leert hem hoe hij zijn Schepper moet aanbidden. Door de openbaringen van Allah via Zijn boodschapper ontdekken we aldus dat we bepaalde regels moeten volgen om Allah op passende wijze te aanbidden.
In de Islam is aanbidding inderdaad een breed begrip dat verder gaat dan alleen de vijf zuilen (Geloofsgetuigenis, het gebed, het geven van zakat, de vasten tijdens de maand ramadan en de bedevaart naar Mekka) en andere rituelen. Het is een houding van onderwerping en toewijding aan God, en het betekent dat God centraal staat in het leven van een moslim. Aanbidding kan zich uiten in allerlei aspecten van het leven, zoals het doen van goede daden, het vermijden van slechte daden en het zoeken naar wijsheid en kennis.
De Koran en de soennah (de praktijk en uitspraken van de profeet Mohammed) zijn belangrijke bronnen voor moslims om te leren hoe zij moeten bidden. De Koran bevat veel verzen die specifiek over gebed gaan en geeft richtlijnen voor de juiste houding en woorden die gebruikt moeten worden tijdens het gebed. De soennah van de profeet Mohammed is ook een belangrijke bron van informatie, omdat hij het voorbeeld was voor hoe gebeden moeten worden uitgevoerd. Moslims volgen zijn praktijk en uitspraken om zich te oriënteren bij hun gebed.
Voordat men begint moet men zich reinigen (Arabisch: wudu). Om ons te onderwerpen aan Allah moet men in vredige en eerbiedige stilte gaan staan. Vanaf dat moment moet men zich zo volledig mogelijk concentreren. In overeenkomst met de kwaliteit van zijn concentratie en oprechtheid ervaart men het verlangen en genot om Allah te gedenken.
Het gebed wordt dan geopend door “Allahoe Akbar” te zeggen. Dat betekent dat Allah groter is dan alle bezigheden, afleidingen en de mens zelf (Arabisch: nefs). Door “Allahoe Akbar” te zeggen is het net of we een knop indrukken om de nabijheid van Allah te bereiken en om Zijn steun en leiding te ontvangen.
Het reciteren van hoofdstuk (Arabisch: surah) “Al Fatiha”, de openings-surah van de Koran, is een instrument om het gesprek en dialoog met Allah aan te gaan. Met het gebed worden alle wegen recht gemaakt en deuren geopend. Ook worden onze recitaties en smeekbeden in een toestand van nabijheid van Allah verhoord, terwijl de engelen zich om ons heen verzamelen wanneer we ons in oprechtheid neerwerpen.
Terwijl men innerlijk omhoog klimt, knielt men lichamelijk, eerbiedig, om zijn overgave te vernieuwen en zijn nederigheid uit te drukken.
De profeet (vrede zij met hem) zei:
أقربُ ما يكونُ العبدُ من ربِّه وهو ساجدٌ“Nooit is de onderdaan dichter bij Allah, dan wanneer hij zich in Zijn aanbidding prosterneert” Sunan abi Dawud 875
En:
وَتَوَكَّلْ عَلَى الْعَزِيزِ الرَّحِيمِ ﴿٢١٧﴾ الَّذِي يَرَاكَ حِينَ تَقُومُ ﴿٢١٨﴾ وَتَقَلُّبَكَ فِي السَّاجِدِينَ ﴿٢١٩﴾ إِنَّهُ هُوَ السَّمِيعُ الْعَلِيمُEn stel je vertrouwen op de machtige, de barmhartige, die jou ziet wanneer jij rechtop staat en wanneer jij je heen en weer wendt met hen die zich eerbiedig neerbuigen. Hij is de horende, de wetende. Koran 26:217-219
Om deze reden wordt de vorm van het gebed die door Allah is voorgeschreven, het meest aanvaard.
Wanneer iemand een machine koopt, is het onnozel als hij niet de meegegeven instructies opvolgt, maar zijn eigen gang gaat. Op dezelfde wijze weet de Schepper hoe wij het best kunnen handelen om in deze wereld en in het eeuwige leven hierna gelukkig te zijn. Het is dus wijs om de gebeden te verrichten in de vorm die door de Schepper is voorgeschreven en door Zijn boodschapper (vrede zij met hem) aan ons is geleerd.
In werkelijkheid zijn het alleen de moslims wiens vorm van aanbidding, met zijn pracht en eenvoud, uitgevoerd wordt zoals Allah heeft voorgeschreven en die Hem behagen. Dit is een grote gunst van Allah aan de moslims. Moslims die zich door de eeuwen heen met de toestemming van Allah hebben toegewijd aan de hernieuwing en herleving van de Islam, zijn steeds het best en meest correct geweest in hun aanbidding. Dit geldt nog steeds vandaag de dag. Het is de moslims die behoefte hebben aan het aanbidden van Allah, niet Allah die behoefte heeft om aanbeden te worden. Hij is vrij van alle behoeften. Moge Allah ons de gunst en eer verlenen om Hem juist en oprecht te aanbidden.