Als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan, dan is het verplicht voor een persoon om naar de qibla te kijken als hij het gebed verricht:
- Dat hij daartoe in staat is: iemand die lichamelijk niet in staat is, zoals iemand die vastgebonden is of iemand die zo ziek is dat hij zijn lichaam niet kan draaien, hoeft niet naar de qibla te kijken en mag in een andere richting bidden. De regel voor iemand die zo ziek is dat hij zijn lichaam niet naar de qibla kan draaien, is dezelfde als die voor iemand die tayammum verricht: als hij wanhoopt iemand te vinden die hem naar de qibla kan draaien, dan moet hij aan het begin van de tijd van het gebed bidden in welke richting hij ook kan; als hij niet zeker weet of er iemand langs zal komen om hem te helpen, dan moet hij wachten tot het midden van de tijd voordat hij gaat bidden; en als hij het waarschijnlijk acht dat er iemand langs zal komen binnen de tijd van het gebed, dan moet hij wachten tot het einde van de tijd voordat hij gaat bidden.
- Dat hij zich in een fysieke veilige positie bevindt, met andere woorden, dat hij zich niet in een situatie bevindt waarin het zich wenden naar de qibla hem aan een fysiek gevaar zou kunnen blootstellen. Wanneer iemand zich in een gevaarlijke situatie bevindt, zoals op het slagveld of in een wetteloze streek geteisterd door bandieten en wilde dieren, moet hij de qibla negeren en bidden in de richting waarvan hij verwacht dat het gevaar komt.
Als iemand uit vergeetachtigheid niet naar de qibla kijkt, moet hij het gebed altijd herhalen.