Leestijd 5 minuten

Een reflectie op niet-Islamitische feestdagen

Inleiding
De islam biedt een allesomvattende levenswijze die de innerlijke overtuiging (Iman) en uiterlijke praktijk samenbrengt. Voor moslims, vooral zij die in niet-islamitische samenlevingen leven, vormt het vieren van niet-islamitische feestdagen een terugkerende uitdaging. Deze kwestie raakt niet alleen aan jurisprudentie (fiqh), maar ook aan diepere thema’s zoals identiteit, integriteit en de subtiele balans tussen respect voor anderen en trouw blijven aan het geloof.

In deze reflectie, geïnspireerd door Sheikh Galal’s lezing, wordt ingegaan op hoe moslims kunnen omgaan met niet-islamitische feestdagen zonder hun eigen islamitische principes te compromitteren. De islamitische identiteit, de rol van intentie, en de grenzen van imitatie staan hierbij centraal.

De islamitische identiteit als baken
De islamitische identiteit is niet slechts een cultureel label; het is een geloofsgetuigenis die zowel zichtbaar als onzichtbaar aanwezig is in het leven van een moslim. Deze identiteit is geworteld in de Shahada – het getuigen dat er geen god is behalve Allah en dat Mohammed (vrede zij met hem) Zijn Boodschapper is. Dit geloof strekt zich uit naar alle aspecten van het leven, inclusief sociale interacties en vieringen.

De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) benadrukte het belang van onderscheid in identiteit. Hij zei:

من تشبه بقوم فهو منهم

“Wie een volk imiteert, behoort tot hen.” – Overgeleverd door Abu Dawood.

Dit Hadith dient als een waarschuwing tegen het achteloos overnemen van gebruiken die niet in lijn zijn met islamitische principes. Door de islamitische identiteit te beschermen, toont een moslim zijn trouw aan Allah en voorkomt hij dat zijn geloof vervaagt in een zee van culturele invloeden.

Islamitische vieringen
De islam kent twee door Allah vastgestelde feestdagen: Eid al-Fitr en Eid al-Adha. Beide feesten hebben een diep spiritueel fundament:

  • Eid al-Fitr markeert het einde van de Ramadan, een maand van spirituele zuivering en vasten.
  • Eid al-Adha viert de toewijding van de Profeet Ibrahim (vrede zij met hem) aan Allah, die bereid was zijn zoon op te offeren in volledige gehoorzaamheid.

Deze feesten herinneren moslims aan hun verbondenheid met Allah en de Ummah. Dit contrasteert met niet-islamitische feestdagen, die vaak sociale of culturele achtergronden hebben, en benadrukt het unieke karakter van islamitische vieringen.

Niet-Islamitische feestdagen
Niet-islamitische feestdagen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: religieuze en seculiere.

  1. Religieuze feestdagen zoals Kerstmis, Diwali of Pasen: Het vieren van deze feestdagen wordt als problematischbeschouwd en niet toegestaan (haram), omdat deelname kan impliceren dat men instemt met de religieuze basis van deze feestdagen. Dit is strijdig met de islamitische geloofsovertuigingen en identiteit. Zoals Allah in de Koran zegt:

وَلَنْ تَرْضَىٰ عَنكَ ٱلْيَهُودُ وَلَا ٱلنَّصَـٰرَىٰ حَتَّىٰ تَتَّبِعَ مِلَّتَهُمْ
 
“En zij zullen niet tevreden zijn met jou totdat je hun religie volgt.” – (Soera Al-Baqarah: 120)

Seculiere (niet-religieuze) feestdagen, Seculiere feestdagen zoals Nieuwjaar of Moederdag:

  • Deze zijn minder strikt beoordeeld. Deelname kan in bepaalde contexten toegestaan zijn, zolang:
    • De intentie geen religieuze goedkeuring impliceert.
    • De handelingen niet in strijd zijn met islamitische normen en waarden, zoals overmatig consumeren, het overslaan van gebed, of deelname aan onislamitische rituelen.
  • Sheikh Galal benadrukt echter dat voorzichtigheid geboden blijft, vooral als er sprake is van gedragsbesmetting of sociale druk.

De invloed van intentie en handeling
In de islam wordt de intentie (niyyah) gezien als een cruciale factor bij het beoordelen van een daad. De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) zei:

إنما الأعمال بالنيات

(“Daden worden beoordeeld naar hun intenties.”) – Overgeleverd door Bukhari en Muslim.

Dit betekent dat deelname aan niet-religieuze en niet-islamitische vieringen niet automatisch ongeloof (kufr) betekent, tenzij de intentie een goedkeuring van niet-islamitische overtuigingen impliceert.

Sheikh Galal benadrukt echter dat intentie alleen niet voldoende is. Sommige handelingen zijn inherent problematisch, zoals deelname aan religieuze rituelen of het gebruik van symbolen van een ander geloof. Deze blijven onverenigbaar met de islamitische identiteit, zelfs als er geen intentie van goedkeuring is.

Gedragsbesmetting en sociale druk
Sheikh Galal bespreekt dat gedrag “besmettelijk” kan zijn. Door consistent in aanraking te komen met niet-islamitische tradities, kunnen moslims hun eigen normen en waarden verzwakken.

Een voorbeeld is het vieren van kerst op scholen. Veel moslimkinderen nemen onbewust deel aan kerstactiviteiten, zoals kerstdiners of decoraties. Sheikh Galal benadrukt dat ouders en opvoeders duidelijke alternatieven moeten bieden die aansluiten bij islamitische principes.

Praktische toepassingen
Sheikh Galal biedt de volgende richtlijnen:

  • Groeten: Gebruik neutrale uitdrukkingen zoals “Fijne dagen,” maar vermijd religieuze groeten zoals “Gelukkig kerstfeest.”
  • Cadeaus: Het geven of ontvangen van cadeaus is toegestaan zolang de intentie sociaal blijft en geen religieuze goedkeuring impliceert.
  • Werkplek: Deelname aan kerstvieringen op het werk kan worden toegestaan als er geen deelname is aan religieuze rituelen. Het vermijden van alcoholische dranken en andere islamitisch ongeoorloofde handelingen blijft echter essentieel en verplicht. 

Conclusie

Sheikh Galal benadrukt dat de islamitische identiteit moet worden beschermd in alle aspecten van het leven, inclusief sociale interacties en feestdagen. Moslims in multiculturele samenlevingen worden aangemoedigd om trouw te blijven aan hun geloof en tegelijkertijd respectvol en wijs om te gaan met anderen. De kern ligt in het begrijpen van de oorsprong en context van feestdagen, en het maken van keuzes die aansluiten bij de islamitische principes.

 

Hoewel deelname aan niet-islamitische feestdagen in sommige gevallen sociaal wenselijk kan lijken, roept Sheikh Galal op tot reflectie en bewustzijn. Een moslim blijft altijd trouw aan Allah en beschermt zijn geloof als het grootste bezit. Dit vereist soms moed en standvastigheid, maar het is een eerbetoon aan de status die Allah aan de gelovige heeft verleend.


Array
To top