Er zijn vijf gevallen waarin het aanbevolen is voor een persoon die gebeden heeft met zijn ‘awra geheel of gedeeltelijk blootgesteld om dat gebed te herhalen binnen de Daruri tijd:
- Een man die bidt met zijn schaamstreek of billen bloot (maar niet zijn penis of testikels). Als een man bidt met alleen zijn bovenbenen bloot, dan hoeft hij het gebed niet te herhalen, omdat het verbod op het blootstellen daarvan veel zwakker is.
- Een vrouw die bidt met enig deel van haar lichte ‘awra bloot, ook al is het alleen de bovenkant van haar voeten. Zij hoeft het gebed echter niet te herhalen als zij bidt met de onderkant van haar voeten bloot.
- Een jong meisje van negen jaar of ouder dat bidt zonder zich volledig te bedekken op de wijze die van een volwassen vrouw wordt verlangd.
- Iemand die het gebed verricht met een onrein gewaad, of met zijde of goud (ook al is het maar een ring). De laatste twee gelden alleen voor mannen, want vrouwen mogen zowel zijde als goud dragen.
- Hij die bidt met zijn grove ‘awra bloot omdat hij deze niet kan bedekken, en vervolgens geschikte kleding vindt terwijl hij nog binnen de tijd van het gebed is.
De Daruri tijd strekt zich in dit geval uit tot de tijd van het geel worden van de zon in het geval van de twee middaggebeden (Dhuhr en ‘Asr), tot de tijd van Fajr in het geval van de twee avondgebeden (Maghrib en ‘Isha) en tot zonsopgang in het geval van Subh.