Het gezamenlijk uitspreken van de takbîr tijdens de twee Eid-feesten en de dagen van Tashrîq na de verplichte gebeden is een aanbevolen praktijk in de islamitische traditie. Het behoort tot het zichtbaar maken van de symbolen van Allah (sha’â’ir Allah), zoals wordt ondersteund door de Koran, de Soenna en de praktijk van de metgezellen en de vroege generaties.
1. Bewijs uit de Koran
Allah zegt:
“En opdat jullie Allah gedenken omdat Hij jullie geleid heeft, en opdat jullie dankbaar zullen zijn.” (Al-Baqara: 185)
Dit vers kwam in het kader van het vasten van Ramadan en het afronden daarvan met dankbaarheid en het uitspreken van de takbîr. De *algemene formulering* van het vers wijst erop dat het takbîr zeggen zowel individueel als gezamenlijk kan plaatsvinden, en dat er geen restrictie is opgelegd aan de vorm. Dit principe wordt bevestigd door de Usul regel dat “*wanneer een tekst algemeen is, deze niet beperkt mag worden zonder specifiek bewijs” (bron: Al-Qarâfi, Al-Furûq).
2. Praktijk van de metgezellen
De praktijk van de metgezellen, zoals overgeleverd in authentieke bronnen, toont duidelijk aan dat de takbîr gezamenlijk en luid werd uitgesproken:
Omar ibn al-Khattab riep in Mina de takbîr luid uit, waarna de mensen in de moskee en op de markt hem volgden. Het geluid van de takbîr liet Mina trillen door de gezamenlijke recitatie (Sahih al-Bukhari).
Ibn Omar en Abu Huraira gingen tijdens de dagen van Dhul-Hijja naar de markt, waar zij luid de takbîr riepen en de mensen met hen mee begonnen te doen. Imam al-Bukhari vermeldt: “De mensen volgden hun takbîr totdat de hele markt het overnam” (Sahih al-Bukhari).
Imam Ibn Hajar al-Asqalani zegt hierover in Fath al-Bari:
“Dit toont aan dat het collectief uitspreken van de takbîr geen probleem is, integendeel, het wordt juist aanbevolen omdat het bijdraagt aan het zichtbaar maken van deze aanbidding.”
3. Uitleg van de geleerden
Imam Ash-Shâfi’î zegt in Al-Umm:
“Ik geef de voorkeur aan het openlijk uitspreken van de takbîr, zowel individueel als in groep, in de moskeeën, huizen, markten en overal waar men zich bevindt.”
Imam an-Nawawî bevestigt in Al-Majmû’:
“Het luid uitspreken van de takbîr is onomstreden aanbevolen bij de geleerden.”
Imam Ibn Qudâma zegt in Al-Mughni:
“Het openlijk takbîr zeggen in de nachten van de Eid en de dagen van Tashrîq is aanbevolen omwille van het tonen van de dankbaarheid aan Allah.”
4. Takbîr: gezamenlijk of individueel?
Hoewel sommige meningen binnen de Maliki-school een bezwaar hadden tegen takbîr in groepsvorm, geven toonaangevende Maliki-geleerden zoals Ibn Qâsim en Imam al-Bâji in Al-Muntaqâ aan dat dit bezwaar slechts betrekking heeft op uitzonderlijke situaties. De praktijk van de metgezellen en de bevestiging van de meerderheid van de geleerden maken duidelijk dat gezamenlijke takbîr, vooral in de moskee of publieke ruimtes, niet alleen toegestaan maar zelfs aanbevolen is.
Kortom:
Het gezamenlijk luidop zeggen van de takbîr tijdens de Eid-dagen en na de verplichte gebeden in de dagen van Tashrîq is een vast onderdeel van de islamitische traditie. Het heeft een sterke basis in de Koran, de Soenna en de praktijk van de metgezellen, en het wordt door vooraanstaande geleerden als aanbevolen beschouwd. Verschillen hierover dienen geen aanleiding te zijn voor verdeeldheid, vooral tijdens deze gezegende dagen waarin saamhorigheid en het zichtbaar maken van de islamitische rituelen centraal staan.
En Allah weet het het beste.