De zesde voorwaarde van het geloof (Arabisch: Al-Iman) is te geloven in de goddelijke bestemming (Arabisch: Al-Qadr) en de beschikking (Arabisch: Al-Qada).
Geleerden hebben verschillende opvattingen over de precieze betekenis van de termen ‘qada’ en ‘qadar’. Sommigen beschouwen ze als synoniemen, suggererend dat ze hetzelfde betekenen. Anderen geloven dat deze termen verschillende betekenissen hebben, maar wel met elkaar verbonden zijn.
In het kort, “al-qaḑāʼ” en “al-qadar” zijn twee Arabische woorden die vaak worden gebruikt om te verwijzen naar wat in het Engels bekend staat als lot of bestemming. Elk woord heeft echter een specifieke letterlijke betekenis of definitie, evenals religieuze en islamitische connotaties. “Al-qaḑāʼ” betekent “de goddelijke beslissing” en “al-qadar” betekent “lot; bestemming; voorbestemming”.
In het Islam geloven mensen dat alles is voorbestemd door Allah en dat Hij alles meet en bepaalt. De term “al-qada” verwijst naar gebeurtenissen waar je geen invloed op hebt, zoals de geboorte- en overlijdensdatum van een persoon. De term “al-qadar” verwijst naar gebeurtenissen waar je wel invloed op hebt, maar die toch vaststaan omdat Allah alles weet.
Het is belangrijk om te weten dat in het Islam, mensen vrije wil hebben en verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen acties, ondanks dat alles is voorbestemd. Dit wordt ook wel het concept van “Al-Qadar” genoemd.